woensdag, maart 30, 2011

Monsieur Dubois: Slow Bombastik... genieten maar !

Een tijdje geleden liep ik tegen Monsieur Dubois aan. Niet in persoon, maar op het web. Want ik had net lekker genoten van de plaat van de Jazz Invaders (3) en dwaalde in de buurt van de nu-jazz beweging rond. En las toen dat arme Dubois in een catch22 situatie zat. En de hulp van fans goed kon gebruiken om hun plaat af te maken. Met als goodie voor de fan dat die dan de eigen naam op het hoesje zien verschijnen.

Welaan, zo gezegd, zo gedaan, en eerlijk gezegd was ik mijn sponsorbijdrage alweer vergeten totdat natuurlijk de nieuwe cd in mijn bus viel. En ik kan zeggen dat ik erg blij ben dat ik Monsieur Dubois een heel klein handje heb kunnen helpen. Tegen vrienden noemde ik hun muziek altijd: 'powerjazz', maar ik zie dat ze zelf op de site spreken over 'Danceable hardjazz'. Ook een mooie term eigenlijk, die mooi weergeeft dat jazz dansbaar kan en mag zijn.

In hun nieuwe album Slow Bombastik merk je dat aan alle kanten. Begint met Muscleman, met toetsen in de overdrive, een lekkere lick en solide beats. Blacklight heeft in zijn baslijntje een mooie thematische knipoog met de Talking Heads klassieker: So you may ask yourself. En neemt je dan met sferische akkoorden je in een zijstapje en bruggetjes weg. Dan Dance. Toen ik dat hoorde dacht ik: ach wat lekker, die combinatie van feel/groove en muzikaal IQ. Zachte synth en trompet/flugelhorn. En mooie (deels bombastische) zang, die mij in elk geval erg deden glimlachen. Ondertussen staat het allemaal als een huis.

Epo Tree is ook een nummer dat zijn naam eer aandoet. Beetje de power van een opgevoerde wielrenner, maar dan in de jazz. Tentacles kanaliseert die energie daarna met mooie lijnen en sferen, heeft een mooi slot met effectjes. En bouwt mooi op voor de title-track: Slow Bombastik. Bij Slow Bombastik kun je heerlijk wegdromen. Moet je dan ook lekker doen, zou ik zeggen. Rustig thema, mooie sfeer. Kun je veel draaien als je wilt verdwalen en vertoeven in een gerust en mooi en vredig gevoel, passend bij mooie lente- en zomerdagen. Vervolgens zie je met Smoke de rook de dansvloer opkomen en is het uit met de slowdance. Of misschien beter: je hoort de gierende, rokende banden, dan een verstilde break, toetsen-solo (daar houd ik wel van). Verder veel gedrevenheid, als van de automobilist die snel wil opschieten in het verkeer.

Fury tales is dan ook weer zo'n danssprookje. Lekker grooven, je merkt in alles de verwantschap met de jazz invaders. En ik merk dat ik het wel erg fijn vind dat we hier in Nederland ook zo'n dansbare loot aan de jazz-stamboon hebben zitten. Fury tales is echt een plaat waar je lekker op kan dansen, en misschien ook wel mooi om in de auto te gebruiken als je die 130 kilometer snelheidsgrens aan het bereiken bent op de afsluitdijk. En dan sluit de plaat af met Chouffe Chouffe, een mooie bluesy slow groove.

Prachtige cd dus, zeker als je goede energie zoekt omdat je op een dag een hoop te doen hebt. Ik denk dat ik hem nog veel ga draaien de komende tijd. En tegelijk nodigt de plaat uit om eens een keer Monsieur Dubois in levende lijve te ontmoeten en lekker te dansen.

Hieronder een preview/listen van het album. Met achtereenvolgens stukjes Muscleman, Slow Bombastik en Blacklight:

zaterdag, maart 19, 2011

Jazz-rollen in het Pianola Museum.... heel dichtbij de artiest/componist

Gisteren was het de derde vrijdag van de maand. Aha, zult u zeggen, de optie-expiratie op de AEX! Ja, dat klopt. Maar dat doet de jazzjunk niet zoveel. Veel belangrijker is dat deze derde vrijdag de vaste avond is waarop het pianolamuseum jazz-rollen speelt uit haar collectie van 30.000 piano-rollen. Dus daar ging ik eens heen; een vorige keer was al te lang geleden namelijk. En zelfs het optreden van Michiel Borstlap in het Muziekcentrum kon mij niet verleiden om van dat plan af te zien.

Het museum zelf is ronduit charmant met zeer vriendelijke eigenaar/gastheer en fijn interieur. We kregen tussen de nummers door een toelichting op de techniek/mechaniek van de pianola. Door middel van een ingenieus systeem met lucht en een papier met ponskaartgaatjes instrueert de piano rol de piano hoe te spelen. Met een mogelijk tot 16 dynamische niveaus (4 gaatjes kost dat). In feite dus een midi-systeem maar dan met analoge techniek. Waarbij de pianoleur (zo noem ik hem voor het gemak maar even, de persoon die achter de pianola zit een met de voeten lucht in het systeem blaast en ook het tempo regelt) de taak heeft om zo dicht mogelijk bij de originele interpretatie te blijven, qua snelheid en interpretatie.

Afijn, zo kregen we een heel bijzondere avond. Met diverse stukken van James P Johnson. En andere minder bekende pianisten die ragtimes ingespeeld hadden. En wat je direkt hoort en heel mooi is; de analoge timing en aanslag van de inspelende pianist van vroeger komt prachtig terug, al is het bijna honderd jaar later. En door de uitvoering op de pianola kun je ook de persoonlijke karakteristieken van de speler sneller herkennen en waarderen. Je zit als het ware vlak naast de originele pianist en dat luistert echt voltstrekt anders dan die hele zooi mp3s die ik ook nog ergens heb van oude Aeolian piano-rolls. Zo herkende ik bij Johnson dat hij de klassieke ragtime in zijn linkerhand op een fantastisch mooie manier varieert, met tegenaccenten, oplopende, neergaande baslijnen, met een Horace Silver achtig structuurgevoel erin. En zojuzo was bij die rollen heel duidelijk dat de pianist de linker en rechterhand ritmisch volstrekt onafhankelijk kon laten spelen. Prachtig.

De jazzjunk was natuurlijk ongeduldig en probeerde al gauw de rollen van Fats Waller ingelegd te krijgen. En die kwamen inderdaad en ook daar weer die beleving dat je zo wel heel dichtbij komt bij de originele artiest. Zeker ook op die momenten dat er kleine grapjes en knipogen in de muziek worden gestopt. Heel mooi was ook om Scott Joplin voorbij te horen komen (Maple Leaf Rag). En, één van de hoogtepunten: tweede deel van de Rhapsody in Blue, ingespeeld door Gershwin. Gershwin zelf heeft in zijn tijd, zo schijnt, talloze rollen te hebben ingespeeld alvorens hij zelf componist werd. Die vingervlugheid en virtuositeit komt terug op de pianorol van zijn eigen stuk. Heel duidelijk is het verschil tussen losse, precieze, relaxte kern van de melodie (gespeeld door Gershwin) en de (nadien) bijgevoegde instrumentatie. Dan zit je toch even met hem in de kamer, zo voelt dat.

Vervolgens werd het tijd voor wat extra verrassingen. Want de pianola was vooral tot 1930 in gebruik/zwang. Daarna duwde de radio de pianola van zijn plek. Maar ja, met een installed base van vele duizenden/miljoenen pianola's bleef er een markt bestaan voor piano rollen. En zo blijkt er in Engeland een man geweest te zijn die de platen van Art Tatum en Errol Garner beluisterde. Noot voor noot transcribeerde en op de pianorol zet; tot het klonk als het origineel. En zo kun je dan Errol Garner uit de jaren vijftig toch horen op een pianola-rol. En de magie van zo'n rol blijft: dan zit Errol Garner opeens in je huiskamer.

Bijzonder was ook dat in de jaren 80 nog pianorollen zijn gemaakt, maar dan met moderne muziek. We hebben twee rollen gehoord van Marian McPartland. Ik ken haar van het NPR radioprogramma waar ze jazz-pianisten interviewt (en zelf een deuntje meespeelt; ze heeft met alle groten opgetreden namelijk). Nu kon ik haar zelf beluisteren in een Beatles medley en bij een uitvoering van Send in the Clowns. Inventief, creatief en persoonlijk. Mooie uitvoeringen dus.

En toen als toegift een extra rol van Marian McPartland er niet in zat was het tijd voor de laatste verrassing: Misty, door Walter Ericsson. Ik heb hem vandaag nog zitten googelen, want Ericsson draaide de ragtime nog een kwartslag verder dan Johnson in zijn linkerhand deed, liet hem tegelijkertijd ook in ere, en maakte er een bijzondere versie van. Waarmee onze bijzondere muzikale avond op een passende manier eindigde.

Natuurlijk hebben we toen nog een cd gekocht en wat verdere informatie meegekregen. En dan ontdek je dat op de dinsdagen het pianolamuseum ook plek inruimt voor saxofoongezelschappen (opp 12 april kunt u daar gaan luisteren naar double-espresso bijvoorbeeld). En wilt u toch iets anders dan jazz, tango bijvoorbeeld, of de klassike stravinsky, ravel en noem maar op: geen probleem. Op de concert-agenda kunt u zien wanneer uw muziek weer tot leven wordt gebracht. Een heel bijzondere ervaring.

woensdag, maart 16, 2011

Inside door Eva de Mooij, live-opname van 15 maart in Miles

Gisteravond was ik, niet geheel toevallig, in Miles in Amersfoort. Door omstandigheden lukte het me niet om naar de onvolprezen vertellers van Dha Fhili te luisteren, maar ik kwam nog net wel op tijd voor het debuut van Eva de Mooij. Zij zong 5 nummers van een nog uit te brengen (en bij een mooi label onder te brengen) cd. Ik heb het zo goed en zo kwaad als het kan met mijn camera-tje gefilmd. Beeld is ok, geluid eigenlijk ook wel, gezien de kleinheid van mijn camera, maar wel mono natuurlijk.

En aangezien ik niet helemaal onbevooroordeeld ben, laat ik het verder aan u over om een mening te vormen over de liedjes en haar (prachtige) stem:

dinsdag, maart 01, 2011

Van Velzen laat zich zien (en horen) in Carré ! (en krijgt buma harp!)

Gisteravond gingen de jazzjunks naar Carré om Roel van Velzen te gaan luisteren. Dat is op het eerste gezicht (en ook op het tweede) misschien geen jazz, maar van Velzen is wel ook pianist natuurlijk en zo nu en dan eens een uitstapje naar belendende muzieksectoren is goed voor de mens. En dat gold zeker voor het concert van gisteravond. Het was het concert waarmee de theater-tour van van Velzen werd afgesloten.

Het was een bijzonder concert. Heel goed in elkaar gezet wat betreft combinatie van liedjes en kleine anekdote's tussendoor. Goed toneelbeeld en prettige interactie met de zaal. En zo kwam een sfeerbeeld van crazy piano's langs, een publiekswissel en the voice of holland (versie amsterdam). Wat ertoe leidde dat helemaal aan het eind van de show een groot koor van 35 voice of ... the queen-classic find me somebody to love gingen zingen. The voice of Eindhoven vertelde ons na afloop dat ze voor dit optreden helemaal goed voorbereid waren, leuke dingen hadden gedaan. En dat het toch zo'n aardige lieve band was enzo. Nu ja, dat vermoeden hadden we eigenlijk al, toen we na de voorstelling nog even aan het nagenieten waren.

Het mooie aan de voorstelling was dat zo duidelijk was dat van Velzen aan het doen was wat hij het liefste deed: mooie liedjes zingen/brengen. En dat kan hij gewoon goed. We kenden zijn liedjes nog niet echt, op een enkele get-higher na dan, maar ontdekten en passant dat Van Velzen stevig kan rocken/scheuren, zonder dat hij rechttoe rechtaan blijft gaan. Er waren mooie wisselingen in harmonie/arrangement, afwisselende bruggetjes en, misschien wel het belangrijkst, goed gebruik van de rust in de liedjes. Even een stop, en dan weer verder, met andere dynamiek/smaak. Nu ja, dat is gewoon heel smaakvol en mooi. En daar komen dan ook teksten bij die verstaanbaar zijn en uit het leven gegrepen. Wat wil je nog meer?

Maar hij deed het niet in zijn eentje natuurlijk. Juist niet. Het was een echt geheel met de band die heel strak speelde. De gitarist Xander Hubrecht staat heel bescheiden op toneel maar heeft zowel strakke gitaarlicks als prachtige zang voorhanden. Simon Gitsels op piano, sleepte ons mee van verstild pianointro naar vet hammondgeluid en zong ook super. Ralf Pouw op bas, speelde erg strak en het moet gezegd, de basnoten kwamen erg goed door in de zaal. Evenals de basedrum overigens, bespeeld door Jimmy van den Nieuwenhuizen. En als je van drummers houdt die niet drummen, maar een liedje spelen, dan ben je bij hem aan het goede adres. Hij zong bijna alle liedjes zelf ook mee en ja, dat is wat je wil zien. Tesamen met Roel van Velzen klonk het heel erg strak in de pittige nummers, echt supergroove, maar ook zacht en mooi op zijn tijd. Het stak gewoon muzikaal heel goed in elkaar. Zo gingen ze in een handomdraai van stevige pop naar a capella naar akoestisch geluid. Heel veelzijdig en heel erg samen: je kon merken dat ze samen ondertussen al wat kilometertjes hadden gespeeld.

Nou ja, voor als je een artiest nog niet echt goed kent, dan direkt zo'n mooie introductie en voorstelling krijgen waarin je zo'n echte en muzikale avond hebt, dan bof je maar. Al met al een heel bijzondere kennismaking met Van Velzen.

PS. Ik zie net op TV dat van Velzen de buma stemra gouden harp uitgereikt krijgt. Volkomen terecht (en van harte !!)